Recent updates
-
Wanneer gebruik ik de didactische component Kernbegrip?
Aangepast opHandleidingDidactische componenten geven structuur en consistentie aan de cursus zodat studenten weten wat er van hen wordt verwacht. Zo kan de student efficiënt leren en de docent efficiënt begeleiden. Je gebruikt Kernbegrip in de introductie van een studietaak, thema, blok om de kernbegrippen van het betreffende onderdeel te benoemen en te definieren, zodat de student een goed beeld krijgt van de essentie van het cursusonderdeel.
Digitale Leer- en Werkomgeving Docent handleiding Digitale Leer- en Werkomgeving Didactische OU componenten
-
Wanneer gebruik ik de didactische component Inline vraag?
Aangepast opHandleidingDidactische componenten geven structuur en consistentie aan de cursus zodat studenten weten wat er van hen wordt verwacht. Zo kan de student efficiënt leren en de docent efficiënt begeleiden. Je gebruikt de Inline vraag om de student te helpen de leerstof te verwerken. De inline vraag is alleen bedoeld voor socratische dialoog in bijvoorbeeld een inleiding. Het is géén vervanging van een zelftoets. Het is een vraagvorm waarbij het niet nodig is dat een student een antwoord typt. De student kan het antwoord opvragen.
Digitale Leer- en Werkomgeving Docent handleiding Digitale Leer- en Werkomgeving Didactische OU componenten
-
Wanneer gebruik ik de didactische component Facultatieve bronnen?
Aangepast opHandleidingDidactische componenten geven structuur en consistentie aan de cursus zodat studenten weten wat er van hen wordt verwacht. Zo kan de student efficiënt leren en de docent efficiënt begeleiden. Je gebruikt de Bronnen component om aan te geven wat de verplichte stof of tentamenstof is. Voor bronnen die aanvullend bekeken kunnen worden maar niet tot de tentamenstof horen gebruik je de component Facultatieve bronnen.
Digitale Leer- en Werkomgeving Docent handleiding Digitale Leer- en Werkomgeving Didactische OU componenten
-
Hoe gebruik ik de didactische component Studeeraanwijzingen?
Aangepast opHandleidingStudeeraanwijzingen worden altijd opgenomen in de cursusintroductie en álle opdrachten – dus ook een instuuropdracht, zelftoets en bijeenkomst. Indien relevant kunnen in de taakintroductie of blok-/thema-/weekintroductie studeeraanwijzingen opgenomen worden. Studeeraanwijzingen in een introductie (cursus/blok/thema/week) geven aan hoe de student het best kan studeren, plannen, opdrachten voorbereiden, etc. In navolging van het OU-onderwijsmodel worden álle opdrachten – dus ook een instuuropdracht, zelftoets en bijeenkomst - op de volgende manier opgebouwd, zodat studenten precies weten wat er van hen wordt verwacht en de opdracht op de juiste manier uitvoeren. Zo kan de student efficiënt leren en de docent efficiënt begeleiden. Inleiding: je legt uit waarom ze de volgende opdracht gaan uitvoeren. Gebruik minimaal 1 zin om de opdracht kort in te leiden Activeer bijvoorbeeld de voorkennis van de student Leg uit waarom deze opdracht uitgevoerd wordt en hoe deze opdracht zich verhoudt tot voorgaande opdrachten of stof die nog gaat komen Instructie: je vertelt studenten wat ze moeten gaan doen. Studeeraanwijzingen: je legt studenten uit hoe ze de opdracht moeten uitvoeren. Bronnen: je geeft studenten de middelen die ze nodig hebben om de opdracht uit te kunnen voeren. De herkenbare structuur van een opdracht wordt ondersteund door een herkenbare vormgeving. De onderdelen van een opdracht (m.u.v. de Inleiding) hebben elk een stijlfiguur, waardoor ze duidelijk herkenbaar en vindbaar zijn voor de student.
Digitale Leer- en Werkomgeving Docent handleiding Digitale Leer- en Werkomgeving Didactische OU componenten
-
Hoe gebruik ik de didactische component Bronnen in een opdracht?
Aangepast opHandleidingIn navolging van het OU-onderwijsmodel worden álle opdrachten – dus ook een instuuropdracht, zelftoets en bijeenkomst - op de volgende manier opgebouwd, zodat studenten precies weten wat er van hen wordt verwacht en de opdracht op de juiste manier uitvoeren. Zo kan de student efficiënt leren en de docent efficiënt begeleiden. Inleiding: je legt uit waarom ze de volgende opdracht gaan uitvoeren. Instructie: je vertelt studenten wat ze moeten gaan doen. Studeeraanwijzingen: je legt studenten uit hoe ze de opdracht moeten uitvoeren. Bronnen: je geeft studenten de middelen die ze nodig hebben om de opdracht uit te kunnen voeren. De herkenbare structuur van een opdracht wordt ondersteund door een herkenbare vormgeving. De onderdelen van een opdracht (m.u.v. de Inleiding) hebben elk een stijlfiguur, waardoor ze duidelijk herkenbaar en vindbaar zijn voor de student. Bronnen vermeld je ook in Cursusinformatie, Cursusintroductie en de introductie van studietaken, blokken, thema's etc, waar je generiek beschrijft wat de tentamenstof is.
Digitale Leer- en Werkomgeving Docent handleiding Digitale Leer- en Werkomgeving Didactische OU componenten
-
Waar gebruik ik de didactische component Bronnen?
Aangepast opHandleidingDidactische componenten geven structuur en consistentie aan de cursus zodat studenten weten wat er van hen wordt verwacht. Zo kan de student efficiënt leren en de docent efficiënt begeleiden. Je gebruikt de Bronnen component om aan te geven wat de verplichte stof of tentamenstof is. Je neemt de Bronnen component in ieder geval op bij leeractiviteiten, opdrachten, zelftoetsen, (online) bijeenkomsten, tentamenvoorbereiding, etc waar de student de bron nodig heeft om de activiteit uit te voeren. Hier maak je de bronnen aanklikbaar. Verder vermeld je Bronnen bij de cursusinformatie, in de cursusintroductie pagina, bij de introductie op een thema/blok/studietaak. Bronnen hoeven slechts generiek beschreven te worden en zijn niet aanklikbaar. De link naar een bron wordt bij de opdracht geplaatst (just-in-time). Voor bronnen die aanvullend bekeken kunnen worden maar niet tot de tentamenstof horen gebruik je de component Facultatieve bronnen.
Digitale Leer- en Werkomgeving Docent handleiding Digitale Leer- en Werkomgeving Didactische OU componenten
-
Hoe voeg ik didactische componenten toe aan een HTML-document?
Aangepast opHandleidingHet is belangrijk dat elke cursus een duidelijke introductie, kern en afsluiting heeft. Dit zorgt voor consistentie in het cursusontwerp en herkenbaarheid voor studenten waardoor een meer optimale kennisoverdracht plaatsvindt. Een ander mechanisme om structuur en consistentie aan te brengen is het gebruik van didactische componenten. Didactische componenten worden gekenmerkt door een eigen vormgeving die duidelijk maken wat er van de student verwacht wordt. Zo kan de student efficiënt leren en de docent efficiënt begeleiden. Je brengt structuur aan in de cursus door inhoud te groeperen in eenheden of mappen. Voor alle inhoudelijke pagina's van de cursus maak je gebruik van het sjabloon 'Lege-pagina.html'. Alleen als je dit sjabloon gebruikt, kun je didactische componenten toevoegen via het 'BS OU componenten' tool. Je kunt daarom geen didactische componenten toevoegen aan eenheden of mappen. Uiteraard kun je ook aan een bestaand HTML-document nog didactische componenten toevoegen. In deze handleiding gaan we uit van een nieuw HTM-document. Voordat je begint met het toevoegen van tekst en inhoud, voeg je eerst de relevante didactische componenten toe. De didactische componenten zijn afzonderlijk beschreven. Je voert altijd vijf stappen uit: Je opent eerst de OU componenten tool. Je maakt een nieuw HTML document of je bewerkt een HTML document. Je kopieert de opmaak van de didactische component. Je voegt de didactische component toe aan het HTML document. Je schrijft de tekst die hoort bij de didactische component. In de video wordt het gebruik van sjablonen en didactische componenten geïllustreerd.
Digitale Leer- en Werkomgeving Docent handleiding Digitale Leer- en Werkomgeving Didactische OU componenten
-
Waar gebruik ik de didactische component Leerdoelen?
Aangepast opHandleidingDidactische componenten geven structuur en consistentie aan de cursus zodat studenten weten wat er van hen wordt verwacht. Zo kan de student efficiënt leren en de docent efficiënt begeleiden. Je gebruikt de Leerdoelen om aan te geven welke kennis en vaardigheden bereikt heeft na bestuderen van de cursus. We onderscheiden leerdoelen op het niveau van de cursus, het blok(/thema/week) en/of de taak. Leerdoelen worden afgestemd op het niveau waarop ze beschreven worden. Leerdoelen op cursusniveau zijn dus groter en breder geformuleerd dan op taakniveau. Je neemt de Leerdoelen component op in de statische cursusinformatie, in de cursusintroductie pagina en bij de introductie op een thema/blok/studietaak. In de statische cursusinformatie benoem je de algemene leerdoelen van de cursus zoals opgenomen in het tentamenprofiel. Deze leerdoelen op cursusniveau worden ook vermeld in de introductie van de cursus en nader gespecificeerd op niveau van thema, blok, week, taak etc. In de cursusintroductie en de introductie van een cursusonderdeel (een taak/blok/thema/week) beschrijf je in 7 tot 10 leerdoelen in globale termen wat de student bereikt heeft na het afronden van de cursus. Een goed geformuleerd leerdoel specificeert het beoogde niveau van de student in termen van concreet gedrag. In de onderwijskundige literatuur wordt benadrukt dat leerdoelen het best beschreven kunnen worden met actieve werkwoorden. Dit zijn werkwoorden die zichtbaar en daarmee toetsbaar gedrag beschrijven, zoals samenvatten of berekenen of in eigen woorden uitleggen. Niet actieve werkwoorden die een proces in het hoofd van studenten beschrijven zoals bijvoorbeeld kennis hebben van of inzicht hebben in, begrijpen zijn niet geschikt in leerdoelen. Een correct geformuleerd leerdoel voldoet aan vier criteria: bevat een actief werkwoord; bevat een zelfstandig naamwoord; beschrijft het eindniveau van de student; is helder en niet te detaillistisch.
Digitale Leer- en Werkomgeving Docent handleiding Digitale Leer- en Werkomgeving Didactische OU componenten
-
Welke onderdelen plaats ik in de cursusafsluiting?
Aangepast opHandleidingHet is belangrijk dat elke cursus een duidelijke introductie, kern en afsluiting heeft. Dit zorgt voor consistentie in het cursusontwerp en herkenbaarheid voor studenten waardoor een meer optimale kennisoverdracht plaatsvindt. De cursusintroductie is het welkomstwoord aan de student en geeft een globaal beeld. We gebruiken hiervoor een pagina met vaste indeling. De kern bestaat uit de feitelijke cursusinhoud gestructureerd in blokken, thema's, studietaken en bevat leeractiviteiten die de student helpen de leerstof te verwerken. De kern volgt dezelfde structuur als de cursus en bestaat altijd uit een Introductie, een of meer leeractiviteiten en de Afsluiting. De cursusafsluiting geeft aan hoe de cursus afgesloten wordt. Vaste onderdelen zijn terugblik op wat je geleerd hebt in de cursus, tentamenvoorbereiding hoe doe je dat en hoe geef je je op voor het tentamen en/of instructies voor de bijzondere verplichting, uitleg over de cursusevaluatie, mogelijk een suggestie voor een vervolgcursus.voorbereiding op het tentamen, het tentamen of bijzondere verplichting, afsluitende tekst, en geeft uitleg over de cursusevaluatie. De cursusafsluiting staat in de eenheid 'Cursusafsluiting' waarbinnen je HTML-documenten opneemt. Ook hier kun je didactische componenten gebruiken, bijvoorbeeld voor de instructie van de bijzondere verplichting.
Digitale Leer- en Werkomgeving Docent handleiding Digitale Leer- en Werkomgeving Cursusontwerp volgens OU-onderwijsmodel
-
Wanneer gebruik ik de didactische component Voorbeeld?
Aangepast opHandleidingDidactische componenten geven structuur en consistentie aan de cursus zodat studenten weten wat er van hen wordt verwacht. Zo kan de student efficiënt leren en de docent efficiënt begeleiden. Je gebruikt de 'Voorbeeld' component om een voorbeeld te geven bij de aangereikte stof om een beter begrip te bewerkstellingen. Om een voorbeeld te benadrukken dat onderdeel is van een inleiding of uitleg. Dit voorbeeld is dan bedoeld om het begrip van de leerstof te ondersteunen. In tegenstelling tot een casus hoeft de student de leerstof niet toe te passen op het voorbeeld. Het gaat om minstens een alinea, dus niet een voorbeeld dat kort wordt aangehaald in een zin.
Digitale Leer- en Werkomgeving Docent handleiding Digitale Leer- en Werkomgeving Didactische OU componenten